Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

versturen
Ze wil de brief nu versturen.

schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

kijken
Ze kijkt door een gat.

onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

hangen
IJsspegels hangen van het dak.

missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.

terugkomen
De boemerang kwam terug.
