Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

afwassen
Ik hou niet van afwassen.

beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

worden
Ze zijn een goed team geworden.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
