Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

luisteren
Hij luistert naar haar.

slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

kussen
Hij kust de baby.

beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

draaien
Ze draait het vlees.

studeren
De meisjes studeren graag samen.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.
