Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

genieten
Ze geniet van het leven.

huilen
Het kind huilt in het bad.

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.

geloven
Veel mensen geloven in God.

eindigen
De route eindigt hier.

controleren
Hij controleert wie daar woont.

gooien
Hij gooit de bal in de mand.
