Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
