Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/111750432.webp
ɗaure
Biyu daga cikinsu sun ɗaure akan ciki.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/27076371.webp
zama
Matata ta zama na ni.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/111160283.webp
tunani
Ta kan tunani sabo kowacce rana.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/42111567.webp
kuskura
Ku tuna sosai don kada ku yi kuskura!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/26758664.webp
adana
Ɗalibanmu sun adana kuɗinsu.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/107273862.webp
haɗa
Duk ƙasashen Duniya suna da haɗin gwiwa.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
cms/verbs-webp/75281875.webp
lura da
Mawaki yana lura da cire baraf.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/124274060.webp
bar
Ta bar mini daki na pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/123298240.webp
hadu
Abokai sun hadu domin ci abincin da suka haɗa.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/67880049.webp
bar
Ba za ka iya barin murfin!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/118343897.webp
aiki tare
Muna aiki tare kamar ƙungiya.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/81236678.webp
rabu
Ta rabu da taron masu muhimmanci.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.