Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/67232565.webp
yarda
Jaruman kasa ba su yarda kan launi ba.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/94909729.webp
jira
Muna iya jira wata.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/113842119.webp
wuce
Lokacin tsari ya wuce.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/108218979.webp
wuce
Ya kamata ya wuce nan.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/98082968.webp
saurari
Yana sauraran ita.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/90321809.webp
kashe kuɗi
Mun kashe kuɗi mai yawa don gyara.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/108286904.webp
sha
Saniyoyin suka sha ruwa daga cikin kogi.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/26758664.webp
adana
Ɗalibanmu sun adana kuɗinsu.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/107996282.webp
nuna
Malamin ya nuna alamar a gabatar da shi a gabansa.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/64904091.webp
dauka
Muna buƙata daukar dukan tuffafawa.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/105623533.webp
kamata
Ya kamata mutum ya sha ruwa da yawa.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/83548990.webp
dawo
Boomerang ya dawo.
terugkomen
De boemerang kwam terug.