Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/79201834.webp
haɗa
Wannan kofa ya haɗa unguwar biyu.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/26758664.webp
adana
Ɗalibanmu sun adana kuɗinsu.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/28787568.webp
rasa
Makaƙin na ya rasa yau!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
cms/verbs-webp/101630613.webp
nema
Barawo yana neman gidan.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/129235808.webp
saurari
Ya ke son ya sauraro cikin cikakken cinyar matarsa mai ciwo.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/114379513.webp
rufe
Ruwan zaƙulo sun rufe ruwa.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/21689310.webp
kira
Malaminmu yana kira ni sosai.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/85623875.webp
karanta
Akwai mata da yawa masu karatun a jami‘ata na.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/100011930.webp
gaya
Ta gaya mata asiri.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/123380041.webp
faru wa
Mei ya faru masa lokacin hatsarin aiki?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/43956783.webp
gudu
Mawakinmu ya gudu.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/99207030.webp
zo
Jirgin sama ya zo da lokaci.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.