Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/119302514.webp
kira
Yarinyar ta kira abokinta.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/123947269.webp
binne
Komai an binne shi a nan da kamarori.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/63244437.webp
rufe
Ta rufe fuskar ta.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/100298227.webp
yi murna
Ya yi murna da mahaifinsa mai tsufa.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/112444566.webp
magana
Wani ya kamata ya magana da shi; ya kasance tare da damuwa.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/80332176.webp
zane
Ya zane maganarsa.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/111750432.webp
ɗaure
Biyu daga cikinsu sun ɗaure akan ciki.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/132125626.webp
ƙona
Ta kuma ƙona yarinta don ta ci.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/111615154.webp
kai gida
Uwar ta kai ‘yar gida.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/40946954.webp
raba
Yana son ya raba tarihin.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/114593953.webp
hadu
Suka haduwa farko a yanar gizo.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/125319888.webp
rufe
Ta rufe gashinta.
bedekken
Ze bedekt haar haar.