Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/124458146.webp
barwa
Ma‘aikata suka bar kyanwarsu da ni don tafiya.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/123786066.webp
sha
Ta sha shayi.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/106682030.webp
samu kuma
Ban samu paspota na bayan muna koma ba.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/93947253.webp
mutu
Mutane da yawa sun mutu a cikin fina-finai.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/35137215.webp
buga
Iyaye basu kamata su buga ‘ya‘yansu ba.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/82378537.webp
jefa
Kafafun tatsa da suka tsofo ake jefawa tare.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/40946954.webp
raba
Yana son ya raba tarihin.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/61280800.webp
hada kai
Ba zan iya sayar da kuɗi sosai; na buƙata hada kai.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/106591766.webp
isa
Salati ce ta isa ni a lokacin rana.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
cms/verbs-webp/43483158.webp
tafi da mota
Zan tafi can da mota.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/129244598.webp
maida
A lokacin azurfa, akwai buƙatar a maida abincin da ake ci.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/108014576.webp
gani
Sun gani juna kuma bayan lokaci.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.