Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/132305688.webp
raba
A ba zama a rabu da nauyin.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/97593982.webp
shirya
An shirya abinci mai dadi!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/115113805.webp
magana
Suna magana da juna.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/55372178.webp
ci gaba
Kusu suna cewa hanya ta ci gaba ne sosai.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/119895004.webp
rubuta
Ya rubuta wasiƙa.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/119269664.webp
ci
Daliban sun ci jarabawar.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/61806771.webp
kawo
Mai sauka ya kawo gudummawar.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/117658590.webp
mutu
Manayin yawa sun mutu yau.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/41918279.webp
gudu
Ɗanmu ya ke son ya gudu daga gidan.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
siye
Suna son siyar gida.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/90554206.webp
gaya
Ta gaya wa abokin ta labarin rikicin.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/95190323.webp
zabe
Ake zabawa ko a yayin ko a ƙarshe na wani zabin.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.