Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/120655636.webp
sabunta
A yau, kana buƙatar sabuntawa sanar da kai.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/87142242.webp
rataya
Kanƙanin yana rataya daga soton gini.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/65840237.webp
aika
Kayan aiki zasu aika min a cikin albashin.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/98561398.webp
hada
Makarfan yana hada launuka.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/132125626.webp
ƙona
Ta kuma ƙona yarinta don ta ci.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/77738043.webp
fara
Sojojin sun fara.
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/125400489.webp
bar
Masu watsa labarai suka bar jirgin kasa a rana.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/81236678.webp
rabu
Ta rabu da taron masu muhimmanci.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/89635850.webp
kira
Ta dauko wayar ta kira lamba.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/99725221.webp
gaya ɗari
Wannan lokaci kuma akwai buƙatar a gaya dari a matsayin kai-tsaye.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/86710576.webp
tafi
Bakinmu na hutu sun tafi jiya.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/86583061.webp
biya
Ta biya ta hanyar takardar saiti.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.