Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/122079435.webp
kara
Kamfanin ya kara ribar sa.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/110775013.webp
rubuta
Ta so ta rubuta ra‘ayinta kan kasuwancinta.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/65840237.webp
aika
Kayan aiki zasu aika min a cikin albashin.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/102677982.webp
ji
Ta ji ɗan cikin cikinta.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/11579442.webp
zuba wa
Suna zuba da kwalwa ga junansu.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/121264910.webp
yanka
Don salata, akwai buƙatar a yanka tikitin.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/62069581.webp
aika
Ina aikaku wasiƙa.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/67035590.webp
tsalle
Ya tsalle cikin ruwa.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/101945694.webp
barci sosai
Suna so su yi barci sosai a dare daya kacal.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/124575915.webp
gyara
Tana so ta gyara tsawonsa.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/83776307.webp
tafi
‘Dan uwata yana tafi.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/122479015.webp
yanka
Ake yankan zanen zuwa girman da ake buƙata.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.