Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/89516822.webp
hukunta
Ta hukunta ɗiyarta.
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/89084239.webp
rage
Lallai ina bukatar rage kudin da nake bada wa silil.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
bayyana
Kifi mai girma ya bayyana cikin ruwa ga gaɓa.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/110056418.webp
magana
Dan siyasa yana yi wa ɗaliban magana a gaban mutane.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/108118259.webp
manta
Ta manta sunan sa yanzu.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
cms/verbs-webp/119895004.webp
rubuta
Ya rubuta wasiƙa.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/58292283.webp
buƙata
Ya ke buƙata ranar.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/40632289.webp
magana
Dalibai ba su kama magana lokacin darasi ba.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/84476170.webp
buƙata
Ya buƙaci ranar da ya tafi da shi.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/95625133.webp
so
Ta na so macen ta sosai.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/123953850.webp
ceto
Likitoci sun iya ceto ransa.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/89635850.webp
kira
Ta dauko wayar ta kira lamba.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.