Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/114091499.webp
koya
Karami an koye shi.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/57207671.webp
yarda
Ba zan iya canja ba, na dace in yarda.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/119235815.webp
so
Ita kadai ta so dobbinsa yadda ya kamata.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/32312845.webp
bar
Ƙungiyar ta bar shi.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/122153910.webp
raba
Suka raba ayyukan gidan tsakaninsu.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/101945694.webp
barci sosai
Suna so su yi barci sosai a dare daya kacal.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/108295710.webp
rubuta
Yaran suna koyon yadda ake rubuta.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/44848458.webp
tsaya
Dole ne ka tsaya a maɗaukacin haske.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/123619164.webp
iyo
Ta iya iyo da tsawon lokaci.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/128159501.webp
hada
Akwai buƙatar a hada ingrediyoyin daban-daban.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/71260439.webp
rubuta wa
Ya rubuta min makon da ya wuce.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/105681554.webp
haifar
Suka zai haifar da cututtuka da yawa.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.