Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/78342099.webp
dace
Bisani ba ta dace ba.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/73880931.webp
goge
Mawaki yana goge taga.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/74176286.webp
kare
Uwar ta kare ɗanta.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/92384853.webp
dace
Hanyar ba ta dace wa masu tafiya da jakarta ba.
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
cms/verbs-webp/102136622.webp
jefa
Yana jefa sled din.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/19351700.webp
bada
Kujerun kan bada wa masu bikin likimo.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/96476544.webp
sanya
Kwanan wata ana sanya shi.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/127620690.webp
hade
Kamfanonin suna hade da hanyoyi dayawa.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/87317037.webp
wasa
Yaron yana son wasa da kansa.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/94312776.webp
bayar da
Ta bayar da zuciyarta.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/26758664.webp
adana
Ɗalibanmu sun adana kuɗinsu.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/116877927.webp
ƙara
Diyyata ta ke so ta ƙara gidanta.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.