Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hausa

aika
Kamfanin yana son aika wa mutane fiye.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

rufe
Ta ya rufe burodi da wara.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

fuskanci
Ya kamata a fuskanci matsaloli.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.

ƙara karfi
Gymnastics ke ƙara karfin kwayoyi.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

kai gida
Uwar ta kai ‘yar gida.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

so bar
Ta so ta bar otelinta.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

canza
Mai gyara mota yana canza tayar mota.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

dauke da damuwa
Likitan yana dauke da damuwar magani.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

tsaya
Takalman sun tsaya a wurin tsayawa.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

haduwa
Wannan lokaci suka haduwa a cikin gado.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

kashe
Ta kashe budadden kofar sa‘a.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
