Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/103797145.webp
aika
Kamfanin yana son aika wa mutane fiye.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/110646130.webp
rufe
Ta ya rufe burodi da wara.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/102169451.webp
fuskanci
Ya kamata a fuskanci matsaloli.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/121928809.webp
ƙara karfi
Gymnastics ke ƙara karfin kwayoyi.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/111615154.webp
kai gida
Uwar ta kai ‘yar gida.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/105504873.webp
so bar
Ta so ta bar otelinta.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/122394605.webp
canza
Mai gyara mota yana canza tayar mota.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/110667777.webp
dauke da damuwa
Likitan yana dauke da damuwar magani.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/113393913.webp
tsaya
Takalman sun tsaya a wurin tsayawa.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/43100258.webp
haduwa
Wannan lokaci suka haduwa a cikin gado.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/109588921.webp
kashe
Ta kashe budadden kofar sa‘a.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/20225657.webp
buƙata
Ɗan uwata ya buƙata abin da yawa daga gareni.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.