Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/125376841.webp
kalla
A lokacin da nake hutu, na kalle wurare da yawa.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/108218979.webp
wuce
Ya kamata ya wuce nan.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
cms/verbs-webp/65840237.webp
aika
Kayan aiki zasu aika min a cikin albashin.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/114993311.webp
gani
Zaka iya ganin fiye da madogara.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/84850955.webp
canza
Abubuwan da yawa sun canza saboda canji na yanayi.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/21342345.webp
so
Yaron ya so sabon ɗanayi.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/132125626.webp
ƙona
Ta kuma ƙona yarinta don ta ci.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/83661912.webp
shirya
Suka shirya abinci mai dadi.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/123170033.webp
fashin kudi
Shagon zai fashin kudi nan gaba.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/56994174.webp
fito
Mei ke fitowa daga cikin kwai?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/94193521.webp
juya
Za ka iya juyawa hagu.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/96531863.webp
wuce
Shin mace zata iya wuce wannan ƙofa?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?