Woordenlijst

Leer werkwoorden – Hausa

cms/verbs-webp/78773523.webp
kara
Al‘ummar ta kara sosai.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/63645950.webp
gudu
Ta gudu kowace safe akan teku.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/111021565.webp
damu
Tana damun gogannaka.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/109588921.webp
kashe
Ta kashe budadden kofar sa‘a.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/73880931.webp
goge
Mawaki yana goge taga.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/109542274.webp
bari shiga
Lalle aka bar malaman su shiga a hanyoyi?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/115847180.webp
taimaka
Duk wani ya taimaka a kafa tent.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/101742573.webp
zane
Ta zane hannunta.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/90292577.webp
wuce
Ruwan ya yi yawa; motar ba ta iya wuce ba.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/75508285.webp
jira
Yara kan jira yin salo da kasa.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/118826642.webp
bayan
Ƙawo yana bayanin duniya ga ɗan‘uwansa.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/115224969.webp
yafe
Na yafe masa bayansa.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.