Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

מחבר
הגשר הזה מחבר שני שכונות.
mhbr
hgshr hzh mhbr shny shkvnvt.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

לשקר
לפעמים צריך לשקר במצב חירום.
lshqr
lp’emym tsryk lshqr bmtsb hyrvm.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

לספק
כיסאות חוף מסופקים למתווכחים.
lspq
kysavt hvp msvpqym lmtvvkhym.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

לקרוא
אני לא יכול לקרוא בלעדי משקפיים.
lqrva
any la ykvl lqrva bl’edy mshqpyym.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

למיין
הוא אוהב למיין את הבולים שלו.
lmyyn
hva avhb lmyyn at hbvlym shlv.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

להתבלבל
קל להתבלבל ביער.
lhtblbl
ql lhtblbl by’er.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

חותכים
לסלט, צריך לחתוך את המלפפון.
hvtkym
lslt, tsryk lhtvk at hmlppvn.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.

מתעמלת
היא מתעמלת במקצוע לא רגיל.
mt’emlt
hya mt’emlt bmqtsv’e la rgyl.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

יש לחתוך
יש לחתוך את הצורות.
ysh lhtvk
ysh lhtvk at htsvrvt.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

לדחוף
המכונית נעצרה והייתה צריכה להדחף.
ldhvp
hmkvnyt n’etsrh vhyyth tsrykh lhdhp.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

לצלצל
אתה שומע את הפעמון מצלצל?
ltsltsl
ath shvm’e at hp’emvn mtsltsl?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
