Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/94312776.webp
darovati
Ona daruje svoje srce.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/75508285.webp
veseliti se
Djeca se uvijek vesele snijegu.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju biti pomiješani.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/113253386.webp
ispasti
Ovaj put nije ispalo.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/101938684.webp
obaviti
On obavlja popravak.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/94193521.webp
skrenuti
Možete skrenuti lijevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/120978676.webp
izgorjeti
Vatra će izgorjeti puno šume.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/77572541.webp
ukloniti
Majstor je uklonio stare pločice.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/113248427.webp
pobijediti
Pokušava pobijediti u šahu.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/101765009.webp
pratiti
Pas ih prati.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/124458146.webp
ostaviti
Vlasnici mi ostavljaju svoje pse za šetnju.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/79404404.webp
trebati
Žedan sam, trebam vodu!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!