Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

テストする
車は工房でテストされています。
Tesuto suru
kuruma wa kōbō de tesuto sa rete imasu.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

混ぜる
野菜で健康的なサラダを混ぜることができます。
Mazeru
yasai de kenkō-tekina sarada o mazeru koto ga dekimasu.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

あえてする
私は水に飛び込む勇気がありません。
Aete suru
watashi wa mizu ni tobikomu yūki ga arimasen.
durven
Ik durf niet in het water te springen.

道に迷う
私は途中で道に迷いました。
Michinimayou
watashi wa tochū de michinimayoimashita.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

コメントする
彼は毎日政治にコメントします。
Komento suru
kare wa Mainichi seiji ni komento shimasu.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

話す
彼は観客に話しています。
Hanasu
kare wa kankyaku ni hanashite imasu.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

配達する
私たちの娘は休日中に新聞を配達します。
Haitatsu suru
watashitachi no musume wa kyūjitsu-chū ni shinbun o haitatsu shimasu.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

受け入れる
一部の人々は真実を受け入れたくない。
Ukeireru
ichibu no hitobito wa shinjitsu o ukeiretakunai.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

祈る
彼は静かに祈ります。
Inoru
kare wa shizuka ni inorimasu.
bidden
Hij bidt in stilte.

書き込む
アーティストたちは壁全体に書き込んでいます。
Kakikomu
ātisuto-tachi wa kabe zentai ni kakikonde imasu.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

逃す
彼はゴールのチャンスを逃しました。
Nogasu
kare wa gōru no chansu o nogashimashita.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
