Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/107996282.webp
nurodyti
Mokytojas nurodo pavyzdį ant lentos.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/118343897.webp
dirbti
Mes dirbame kaip komanda.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/122153910.webp
padalinti
Jie tarpusavyje padalija namų darbus.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
cms/verbs-webp/109071401.webp
apkabinti
Mama apkabina kūdikio mažytės kojytes.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/107852800.webp
žiūrėti
Ji žiūri per žiūronus.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/124575915.webp
pagerinti
Ji nori pagerinti savo figūrą.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/110322800.webp
blogai kalbėti
Bendraamžiai blogai apie ją kalba.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/120086715.webp
užbaigti
Ar gali užbaigti galvosūkį?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/81236678.webp
pramisti
Ji pramisė svarbų susitikimą.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/125385560.webp
plauti
Mama plauna savo vaiką.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/120655636.webp
atnaujinti
Šiais laikais reikia nuolat atnaujinti žinias.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/27564235.webp
dirbti
Jam reikia dirbti su visais šiais failais.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.