Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws
![cms/verbs-webp/66787660.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/66787660.webp)
dažyti
Noriu dažyti savo butą.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
![cms/verbs-webp/47062117.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/47062117.webp)
išgyventi
Ji turi išgyventi su mažai pinigų.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
![cms/verbs-webp/47225563.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/47225563.webp)
mąstyti kartu
Kortų žaidimuose reikia mąstyti kartu.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
![cms/verbs-webp/118549726.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/118549726.webp)
tikrinti
Dantistas tikrina dantis.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
![cms/verbs-webp/106851532.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/106851532.webp)
žiūrėti vienas į kitą
Jie žiūrėjo vienas į kitą ilgą laiką.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
![cms/verbs-webp/107996282.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/107996282.webp)
nurodyti
Mokytojas nurodo pavyzdį ant lentos.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
![cms/verbs-webp/96710497.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/96710497.webp)
pranokti
Banginiai pranoksta visus gyvūnus pagal svorį.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
![cms/verbs-webp/122153910.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/122153910.webp)
padalinti
Jie tarpusavyje padalija namų darbus.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
![cms/verbs-webp/84476170.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/84476170.webp)
reikalauti
Jis reikalavo kompensacijos iš žmogaus, su kuriuo patyrė avariją.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
![cms/verbs-webp/30793025.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/30793025.webp)
rodytis
Jam patinka rodytis su savo pinigais.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
![cms/verbs-webp/116519780.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/116519780.webp)
išeiti
Ji išeina su naujais batais.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
![cms/verbs-webp/10206394.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/10206394.webp)