Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/63244437.webp
dengti
Ji dengia savo veidą.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/100434930.webp
baigtis
Maršrutas baigiasi čia.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/123953850.webp
išgelbėti
Gydytojai galėjo išgelbėti jo gyvybę.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/47225563.webp
mąstyti kartu
Kortų žaidimuose reikia mąstyti kartu.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/86996301.webp
ginti
Du draugai visada nori ginti vienas kitą.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/114231240.webp
meluoti
Jis dažnai meluoja, kai nori kažką parduoti.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/115847180.webp
padėti
Visi padeda pastatyti palapinę.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/123380041.webp
nutikti
Ar jam nutiko nelaime darbo avarijoje?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/99633900.webp
tyrinėti
Žmonės nori tyrinėti Marsą.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/34567067.webp
ieškoti
Policija ieško nusikaltėlio.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/68841225.webp
suprasti
Aš tavęs nesuprantu!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/106203954.webp
naudoti
Gaisre naudojame kaukes nuo dūmų.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.