Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/59250506.webp
pasiūlyti
Ji pasiūlė palaitinti gėles.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/115224969.webp
atleisti
Aš atleidžiu jam jo skolas.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/79317407.webp
liepti
Jis liepia savo šuniui.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/118485571.webp
daryti
Jie nori kažką daryti savo sveikatai.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/129300323.webp
liesti
Ūkininkas liečia savo augalus.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/103163608.webp
skaičiuoti
Ji skaičiuoja monetas.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/115291399.webp
norėti
Jis nori per daug!
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/113418367.webp
nuspręsti
Ji negali nuspręsti, kokius batelius dėvėti.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/105875674.webp
spirti
Kovo menų mokymuose, turite mokėti gerai spirti.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/119235815.webp
mylėti
Ji tikrai myli savo arklią.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/119520659.webp
paminėti
Kiek kartų man reikia paminėti šią ginčą?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/71260439.webp
rašyti
Jis man rašė praėjusią savaitę.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.