Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/102136622.webp
traukti
Jis traukia rogutę.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/84850955.webp
pasikeisti
Dėl klimato kaitos daug kas pasikeitė.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/121102980.webp
važiuoti kartu
Ar galiu važiuoti su jumis?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/75423712.webp
pasikeisti
Šviesoforas pasikeitė į žalią.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/44518719.webp
vaikščioti
Šiuo taku neleidžiama vaikščioti.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/102327719.webp
miegoti
Kūdikis miega.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/112407953.webp
klausytis
Ji klausosi ir girdi garsą.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/101158501.webp
padėkoti
Jis padėkojo jai gėlėmis.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/106088706.webp
pakilti
Ji jau negali pati pakilti.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/77646042.webp
deginti
Tu neturėtum deginti pinigų.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/92266224.webp
išjungti
Ji išjungia elektros energiją.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/89025699.webp
nešti
Asilas neša sunkią naštą.
dragen
De ezel draagt een zware last.