Woordenlijst

Leer werkwoorden – Nynorsk

cms/verbs-webp/86710576.webp
reise
Feriegjestane våre reiste i går.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/111063120.webp
bli kjent med
Framande hundar vil bli kjente med kvarandre.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/115113805.webp
prate
Dei pratar med kvarandre.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/71260439.webp
skrive til
Han skreiv til meg forrige veke.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ete frukost
Vi føretrekker å ete frukost i senga.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/124575915.webp
forbedre
Ho vil forbedre figuren sin.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/64904091.webp
plukke opp
Vi må plukke opp alle eplene.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/19351700.webp
tilby
Strandstolar blir tilbydde for ferierande.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/95655547.webp
sleppe framfor
Ingen vil sleppe han framfor i supermarknadkassa.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppe
Kvinna stoppar ein bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/104759694.webp
håpe
Mange håpar på ei betre framtid i Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/59066378.webp
legge merke til
Ein må legge merke til trafikkskilt.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.