Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/90554206.webp
rapportere
Hun rapporterer skandalen til vennen sin.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beskytte
En hjelm skal beskytte mot ulykker.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/33599908.webp
tjene
Hunder liker å tjene eierne sine.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reise
Han liker å reise og har sett mange land.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/61575526.webp
vike
Mange gamle hus må vike for de nye.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/23258706.webp
heise opp
Helikopteret heiser de to mennene opp.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/123170033.webp
gå konkurs
Bedriften vil sannsynligvis gå konkurs snart.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/33688289.webp
slippe inn
Man skal aldri slippe inn fremmede.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/9435922.webp
komme nærmere
Sneglene kommer nærmere hverandre.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/118549726.webp
sjekke
Tannlegen sjekker tennene.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/11579442.webp
kaste til
De kaster ballen til hverandre.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/129203514.webp
prate
Han prater ofte med naboen sin.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.