Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/88597759.webp
trykke
Han trykker på knappen.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/89635850.webp
ringe
Hun tok opp telefonen og ringte nummeret.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/117890903.webp
svare
Hun svarer alltid først.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/104135921.webp
gå inn
Han går inn på hotellrommet.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/128644230.webp
fornye
Maleren vil fornye veggfargen.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/122290319.webp
sette til side
Jeg vil sette til side litt penger hver måned for senere.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/132030267.webp
konsumere
Hun konsumerer et stykke kake.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/18316732.webp
kjøre gjennom
Bilen kjører gjennom et tre.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/19351700.webp
tilby
Strandstoler tilbys ferierende.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/46385710.webp
akseptere
Kredittkort aksepteres her.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/96668495.webp
trykke
Bøker og aviser blir trykt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/44518719.webp
Denne stien må ikke gås.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.