Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/118343897.webp
samarbeide
Vi samarbeider som et lag.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/95625133.webp
elske
Hun elsker katten sin veldig mye.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/118596482.webp
lete
Jeg leter etter sopp om høsten.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/129244598.webp
begrense
Under en diett må du begrense matinntaket ditt.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/115113805.webp
prate
De prater med hverandre.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
cms/verbs-webp/118759500.webp
høste
Vi høstet mye vin.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/120762638.webp
fortelle
Jeg har noe viktig å fortelle deg.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
cms/verbs-webp/65199280.webp
løpe etter
Moren løper etter sønnen sin.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/18473806.webp
få tur
Vennligst vent, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/105504873.webp
ville forlate
Hun vil forlate hotellet sitt.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betale
Hun betaler på nett med et kredittkort.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/101742573.webp
male
Hun har malt hendene sine.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.