Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/20225657.webp
kreve
Barnebarnet mitt krever mye av meg.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/125400489.webp
forlate
Turister forlater stranden ved middag.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/71260439.webp
skrive til
Han skrev til meg forrige uke.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/121112097.webp
male
Jeg har malt et vakkert bilde til deg!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/123834435.webp
ta tilbake
Enheten er defekt; forhandleren må ta den tilbake.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/91696604.webp
tillate
Man bør ikke tillate depresjon.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/42111567.webp
gjøre en feil
Tenk nøye etter så du ikke gjør en feil!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/90292577.webp
komme gjennom
Vannet var for høyt; lastebilen kunne ikke komme gjennom.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/102447745.webp
avlyse
Han avlyste dessverre møtet.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/61245658.webp
hoppe ut
Fisken hopper ut av vannet.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/81025050.webp
kjempe
Idrettsutøverne kjemper mot hverandre.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publisere
Reklame blir ofte publisert i aviser.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.