Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/102327719.webp
sove
Babyen sover.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/101945694.webp
sove lenge
De vil endelig sove lenge en natt.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publisere
Forleggeren har publisert mange bøker.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/83776307.webp
flytte
Nevøen min flytter.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/121820740.webp
starte
Vandrerne startet tidlig om morgenen.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/59066378.webp
være oppmerksom på
Man må være oppmerksom på trafikkskiltene.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/120686188.webp
studere
Jentene liker å studere sammen.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/96571673.webp
male
Han maler veggen hvit.
schilderen
Hij schildert de muur wit.
cms/verbs-webp/75508285.webp
glede seg
Barn gleder seg alltid til snø.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/115153768.webp
se klart
Jeg kan se alt klart gjennom mine nye briller.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/91906251.webp
rope
Gutten roper så høyt han kan.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/68761504.webp
sjekke
Tannlegen sjekker pasientens tannsett.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.