Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/33463741.webp
abrir
Você pode abrir esta lata para mim, por favor?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/124740761.webp
parar
A mulher para um carro.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/101765009.webp
acompanhar
O cachorro os acompanha.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/87317037.webp
brincar
A criança prefere brincar sozinha.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
remover
O artesão removeu os antigos azulejos.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/75281875.webp
cuidar
Nosso zelador cuida da remoção de neve.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/89635850.webp
discar
Ela pegou o telefone e discou o número.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/47241989.webp
procurar
O que você não sabe, tem que procurar.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publicar
O editor publicou muitos livros.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/74119884.webp
abrir
A criança está abrindo seu presente.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/120870752.webp
retirar
Como ele vai retirar aquele peixe grande?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/124575915.webp
melhorar
Ela quer melhorar sua figura.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.