Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/113966353.webp
podávať
Čašník podáva jedlo.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/84506870.webp
opíjať sa
On sa takmer každý večer opíja.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/54887804.webp
zaručiť
Poistenie zaručuje ochranu v prípade nehôd.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/38296612.webp
existovať
Dinosaury dnes už neexistujú.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/93221279.webp
horieť
V krbe horí oheň.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/117890903.webp
odpovedať
Vždy odpovedá ako prvá.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/84472893.webp
jazdiť
Deti majú radi jazdu na bicykli alebo kolobežke.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/101556029.webp
odmietnuť
Dieťa odmietne svoje jedlo.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/79046155.webp
opakovať
Môžete to, prosím, opakovať?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/23468401.webp
zasnúbiť sa
Tajne sa zasnúbili!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/118596482.webp
hľadať
Na jeseň hľadám huby.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/112407953.webp
počúvať
Počúva a počuje zvuk.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.