Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/102631405.webp
zabudnúť
Nechce zabudnúť na minulosť.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/93150363.webp
zobudiť sa
Práve sa zobudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/10206394.webp
vydržať
Ťažko vydrží tú bolesť!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/101630613.webp
prehľadať
Zlodej prehľadáva dom.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/51465029.webp
meškať
Hodiny meškajú niekoľko minút.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/120900153.webp
ísť von
Deti konečne chcú ísť von.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/121928809.webp
posilniť
Gymnastika posilňuje svaly.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/91906251.webp
volať
Chlapec volá, ako len môže.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/118780425.webp
ochutnať
Šéfkuchár ochutnáva polievku.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/109542274.webp
vpustiť
Mali by byť utečenci vpustení na hraniciach?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/107996282.webp
odkazovať
Učiteľ odkazuje na príklad na tabuli.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/75001292.webp
odštartovať
Keď sa zmenilo svetlo, autá odštartovali.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.