Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/104818122.webp
popraviti
Hotel je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/108014576.webp
srečati
Končno sta se spet srečala.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/112755134.webp
poklicati
Lahko pokliče samo med odmorom za kosilo.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/67232565.webp
strinjati se
Sosedi se niso mogli strinjati glede barve.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/122398994.webp
ubiti
Pazite, z tisto sekiro lahko koga ubijete!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/123170033.webp
bankrotirati
Podjetje bo verjetno kmalu bankrotiralo.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/106997420.webp
pustiti nedotaknjeno
Naravo so pustili nedotaknjeno.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/104759694.webp
upati
Mnogi upajo na boljšo prihodnost v Evropi.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/85871651.webp
potrebovati
Nujno potrebujem počitnice; moram iti!
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
cms/verbs-webp/105854154.webp
omejiti
Ograje omejujejo našo svobodo.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/118008920.webp
začeti
Za otroke se šola pravkar začenja.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/27076371.webp
pripadati
Moja žena mi pripada.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.