Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

umreti
V filmih umre veliko ljudi.
sterven
Veel mensen sterven in films.

odpustiti
Moj šef me je odpustil.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

pogledati dol
Iz okna sem lahko pogledal na plažo.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

nastaviti
Morate nastaviti uro.
instellen
Je moet de klok instellen.

gledati
Gleda skozi daljnogled.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

deliti
Gospodinjska dela si delijo med seboj.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

prekriti
Kruh je prekrila s sirom.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

zaščititi
Čelada naj bi zaščitila pred nesrečami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

razumeti
Vsega o računalnikih ne moreš razumeti.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

poskakovati
Otrok veselo poskakuje.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

narezati
Za solato moraš narezati kumaro.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
