Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/129002392.webp
raziskovati
Astronavti želijo raziskovati vesolje.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/109099922.webp
opomniti
Računalnik me opomni na moje sestanke.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
cms/verbs-webp/90321809.webp
porabiti denar
Na popravilih moramo porabiti veliko denarja.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/56994174.webp
priti ven
Kaj pride iz jajca?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/63457415.webp
poenostaviti
Zapletene stvari morate otrokom poenostaviti.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/22225381.webp
odpeljati
Ladja odpluje iz pristanišča.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
cms/verbs-webp/123844560.webp
zaščititi
Čelada naj bi zaščitila pred nesrečami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/70055731.webp
odpeljati
Vlak odpelje.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/94153645.webp
jokati
Otrok joka v kadi.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/61245658.webp
skočiti ven
Riba skoči iz vode.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/108014576.webp
srečati
Končno sta se spet srečala.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kupiti
Želijo kupiti hišo.
kopen
Ze willen een huis kopen.