Testen 94



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Nov 18, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Ik schrijf een woord.
I a word.   See hint
2. Drink je alcohol?
Do you alcohol?   See hint
3. De kinderen ruimen de kinderkamer op.
children are cleaning up the children’s room.   See hint
4. Zullen we naar het strand gaan?
Shall we to the beach?   See hint
5. Een limonade, alstublieft.
A , please.   See hint
6. Wanneer rijdt er een bus naar het centrum van de stad?
When a bus go to the city centre / center (am.)?   See hint
7. Waar is de Dom?
Where is cathedral?   See hint
8. zevenenveertig
9. Ik heb een kast en een commode nodig.
need a cupboard and a chest of drawers.   See hint
10. Hij draagt ook een sjaal om zijn nek.
He is wearing a scarf around his neck.   See hint