Testen 98



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Fri Mar 14, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Jij schrijft.
scrivi.   See hint
2. Ik houd niet van wijn.
mi piace il vino.   See hint
3. Ik strijk de kleren.
Stiro biancheria.   See hint
4. Ik kom je op de bushalte ophalen.
Ti passo prendere alla fermata dell’autobus.   See hint
5. Ik wil graag een fles champagne.
una bottiglia di spumante.   See hint
6. Hoeveel bagage mag ik meenemen?
Quanto posso portare?   See hint
7. Waar kan je treinkaartjes kopen?
Dove si comprare dei biglietti?   See hint
8. Vergeet je paspoort niet!
Non dimenticare passaporto   See hint
9. Ik heb een voetbal en een schaakspel nodig.
Ho bisogno un pallone e degli scacchi.   See hint
10. De man is van sneeuw.
è fatto di neve.   See hint