Testen 90



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sun Nov 17, 2024

0/10

Klik op een woord
1. Jij leest.
skaitai.   See hint
2. Drink je water met ijs?
Ar (tu) vandenį su ledu?   See hint
3. Ik maak de badkamer schoon.
/ šveičiu vonią.   See hint
4. Het spijt me, maar morgen lukt me niet.
Gaila, rytoj negalėsiu / negaliu.   See hint
5. Ik heb geen mes.
Man trūksta (Nėra peilio).   See hint
6. Wanneer gaat het volgende toestel naar Rome?
Kada artimiausias / sekantis lėktuvas į Romą?   See hint
7. Waar is het VVV kantoor?
Kur yra tarnyba?   See hint
8. Ik laat het u zien.
parodysiu.   See hint
9. Waar zijn de kantoorartikelen?
(yra) biuro prekės?   See hint
10. Ik ben de ogen en de mond aan het tekenen.
(Aš) piešiu ir burną.   See hint