Ordforråd

Lær adverb – Dutch

cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
ned
Han fell ned frå ovan.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
minst
Frisøren kosta ikkje mykje minst.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
også
Hunden får også sitje ved bordet.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
nesten
Tanken er nesten tom.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
noko
Eg ser noko interessant!
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
til dømes
Korleis likar du denne fargen, til dømes?
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
kanskje
Ho vil kanskje bu i eit anna land.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
gratis
Solenergi er gratis.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
ingenstader
Desse spora fører til ingenstader.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
kvifor
Born vil vite kvifor alt er som det er.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
aldri
Gå aldri til sengs med sko på!
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
verkeleg
Kan eg verkeleg tru på det?