Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
lidar
Tem-se que lidar com problemas.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
contar
Ela conta as moedas.
cms/verbs-webp/107407348.webp
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
viajar pelo
Eu viajei muito pelo mundo.
cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
superar
As baleias superam todos os animais em peso.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
chatear-se
Ela se chateia porque ele sempre ronca.
cms/verbs-webp/105238413.webp
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
economizar
Você pode economizar dinheiro no aquecimento.
cms/verbs-webp/115113805.webp
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
conversar
Eles conversam um com o outro.
cms/verbs-webp/107299405.webp
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
perguntar
Ele a pede perdão.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
sair
As meninas gostam de sair juntas.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
permitir
Não se deve permitir a depressão.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
ficar para trás
O tempo de sua juventude fica muito atrás.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
remover
Como se pode remover uma mancha de vinho tinto?