Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
poslušati
Otroci radi poslušajo njene zgodbe.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
kritizirati
Šef kritizira zaposlenega.
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
obogatiti
Začimbe obogatijo našo hrano.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
ignorirati
Otrok ignorira besede svoje matere.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
vsebovati
Riba, sir in mleko vsebujejo veliko beljakovin.
cms/verbs-webp/108580022.webp
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
vrniti
Oče se je vrnil iz vojne.
cms/verbs-webp/119501073.webp
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
ležati nasproti
Tam je grad - leži ravno nasproti!
cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
priti ven
Kaj pride iz jajca?
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
zaposliti
Kandidat je bil zaposlen.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
pomeniti
Kaj pomeni ta grb na tleh?
cms/verbs-webp/103910355.webp
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
sedeti
V sobi sedi veliko ljudi.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
glasovati
Volivci danes glasujejo o svoji prihodnosti.