คำศัพท์

เรียนรู้คำกริยา – ดัตช์

cms/verbs-webp/132305688.webp
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
เสียเปล่า
ความเสียเปล่าควรไม่ถูกเสียเปล่า
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
วิจารณ์
ผู้บริหารวิจารณ์พนักงาน
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
ช่วย
ทุกคนช่วยตั้งเต็นท์
cms/verbs-webp/106203954.webp
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
ใช้
เราใช้หน้ากากป้องกันควันในไฟ
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
ทำ
พวกเขาต้องการทำบางสิ่งเพื่อสุขภาพของพวกเขา.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
มาถึง
ผู้คนหลายคนมาถึงด้วยรถว่างเนินลมในวันหยุด
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
ส่งคืน
สุนัขส่งคืนของเล่น
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
โยนให้
เขาโยนลูกบอลให้กับกันและกัน
cms/verbs-webp/84314162.webp
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
แพร่ออก
เขาแพร่แขนของเขาอย่างกว้างขวาง
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
ทำให้ง่าย
คุณต้องทำให้สิ่งซับซ้อนเป็นเรื่องง่ายสำหรับเด็ก
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
ออกเดินทาง
แขกที่มาพักในวันหยุดออกเดินทางเมื่อวาน
cms/verbs-webp/98294156.webp
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
ค้า
คนเลี้ยงค้าเฟอร์นิเจอร์ที่ใช้แล้ว