delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
分享
我们需要学会分享我们的财富。
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
裁剪
面料正在被裁剪到合适的大小。
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
搜索
窃贼正在搜索房子。
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
觉得困难
他们都觉得告别很困难。
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
讨论
同事们正在讨论这个问题。
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
证明
他想证明一个数学公式。
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
喊叫
这个男孩尽他所能大声喊叫。
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
雇佣
申请者被雇佣了。
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
犯错
仔细想想,这样你就不会犯错!
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
爱
她非常爱她的猫。
brengen
De koerier brengt een pakketje.
带来
信使带来了一个包裹。
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
解读
他用放大镜解读细小的字体。