antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
回答
学生回答了问题。
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
丢失
等一下,你丢了你的钱包!
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
听起来
她的声音听起来很棒。
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
参与思考
打牌游戏中你需要参与思考。
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
使无言以对
惊喜使她无言以对。
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
损坏
事故中有两辆车被损坏。
blind worden
De man met de badges is blind geworden.
失明
戴徽章的男子已经失明了。
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
解读
他用放大镜解读细小的字体。
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
保证
保险在发生事故时保证提供保护。
wandelen
De groep wandelde over een brug.
走路
这群人走过了一座桥。
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
使用
我们在火中使用防毒面具。
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
做
你应该一个小时前就这样做了!