binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
进入
地铁刚刚进入车站。
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
挖掉
挖掘机正在挖掉土壤。
op handen zijn
Een ramp is op handen.
即将到来
一场灾难即将到来。
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
支持
我们支持我们孩子的创造力。
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
拒绝
孩子拒绝吃它的食物。
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
让进
外面下雪了,我们让他们进来。
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
有权
老人有权领取养老金。
durven
Ik durf niet in het water te springen.
不敢
我不敢跳进水里。
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
拨打
她拿起电话,拨打了号码。
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
保持未触及
大自然被保持未触及。
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
了解
陌生的狗想互相了解。
doden
Ik zal de vlieg doden!
杀
我要杀掉这只苍蝇!