词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/61162540.webp
activeren
De rook activeerde het alarm.
触发
烟雾触发了警报。
cms/verbs-webp/120509602.webp
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
原谅
她永远也不能原谅他那个事!
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
解雇
老板解雇了他。
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
结婚
未成年人不允许结婚。
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
使无言以对
惊喜使她无言以对。
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
排除
该团队排除了他。
cms/verbs-webp/25599797.webp
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
降低
当你降低室温时,你可以节省钱。
cms/verbs-webp/14606062.webp
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
有权
老人有权领取养老金。
cms/verbs-webp/81973029.webp
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
启动
他们将启动他们的离婚程序。
cms/verbs-webp/125385560.webp
wassen
De moeder wast haar kind.
妈妈正在给孩子洗澡。
cms/verbs-webp/105504873.webp
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
想离开
她想离开她的酒店。
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
送报
我们的女儿在假期期间送报纸。