词汇

学习动词 – 荷兰语

cms/verbs-webp/124458146.webp
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
交给
业主把他们的狗交给我遛。
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
下划线
他下划线了他的陈述。
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
参与思考
打牌游戏中你需要参与思考。
cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
去除
工匠去除了旧的瓷砖。
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
要求
我的孙子对我要求很多。
cms/verbs-webp/67035590.webp
springen
Hij sprong in het water.
他跳进了水里。
cms/verbs-webp/57248153.webp
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
提及
老板提到他会解雇他。
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnachten
We overnachten in de auto.
过夜
我们打算在车里过夜。
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
登录
你必须用你的密码登录。
cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
出现
水中突然出现了一条巨大的鱼。
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
开走
绿灯亮起时,汽车开走了。
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
更换
汽车修理工正在更换轮胎。