Словарь
польский – Упражнение на глаголы

mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

activeren
De rook activeerde het alarm.

annuleren
De vlucht is geannuleerd.
