Testen 43



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Dec 30, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Zij spreekt Spaans.
Sy praat   See hint
2. Hij studeert talen.
Hy tale   See hint
3. Waar is het bestek?
is die messegoed?   See hint
4. Zie je die brug daar?
jy die brug daar anderkant?   See hint
5. Eén patat / pakje frieten met ketchup.
’n slaptjips met tamatiesous   See hint
6. Hier naar rechts, alstublieft.
asseblief hier regs   See hint
7. Is hier een discotheek?
Is daar ’n disko ?   See hint
8. Kun je in het water springen?
Kan jy in die spring?   See hint
9. De vork ligt naast het bord.
Die lê langs die bord   See hint
10. Dit ruikt erg lekker.
Dit baie lekker   See hint